M’n ballen schuren over de autostoel en met een teennagel (die natuurlijk te lang is) tik ik net het gaspedaal aan – dat doet zeer. Ik raak met mijn elleboog de toeter, zodat ik zeker weet dat iedereen in de buurt even deze kant op kijkt. Dat geeft niet zo veel, want de ramen zijn beslagen. De auto staat wat te schudden, omdat ik zo onhandig beweeg. Kreunend grijp ik naar mijn nek, waar de kramp in schiet. Opeens moet ik een zakje openkrijgen en dat wil natuurlijk niet met trillende vingers. Ik steek het tussen mn tanden, lach wat onhandig, en scheur met het zakje de inhoud kapot.

Is dat erg? Nee, want de inhoud is een Snelle Jelle en niet wat jullie allemaal denken. Er is geen wulpse dame mee gekomen in mijn auto, maar wel een hoop modder en nog meer kou. En ik heb ontzettend honger en niet zoveel zin. Dus ik zet de blazers vol aan, terwijl ik me probeer om te kleden. Mijn natte kloffie moet uit, de drek van mijn gezicht. En het zou zo fijn zijn als mijn handen weer wat opwarmen. Vandaag is het voorjaar dan echt begonnen, want vandaag was de Omloop. Niet ‘Het Volk’, niet ‘Het Nieuwsblad’, maar de trainingsomloop in Sleen. Traditioneel het begin van het koersjaar.

En om goed aan de start te staan hebben we allemaal eerst in Annen, in Emmen en op Corpus gereden. Er zijn zelfs allerlei malloten naar Spanje, Mallorca en weet-ik-veel waarheen gereisd, maar daarover later meer op deze blog. Eerst Sleen.

Het is smerig koud en het waait keihard. Bij de start wil het halve peloton op de weg staan, maar er moeten nog allerlei kindercategorieën finishen. Rikus Bartol – dat is de man met de microfoon – staat te grappen dat hij iedereen die niet van de weg gaat uit koers neemt. Dan dreigt hij ons op te stellen op nummer. Er is niemand die het gelooft, maar toch gaat iedereen van de weg.

Langzaam verkleumt de hele groep. Ik hoor Rotterdamse accenten, zie Gelderse tenues en ontwaar allemaal renners die ik al een tijdje niet gezien heb. Rikus lult de tijd wat vol – en dat doet ie knap. Dan begint het natuurlijk te regenen. 1 graad Celcius, windkracht 5, ijskoude regen, en supersmerige wegen vol modder en stront. 100 zenuwachtige renners, ruim 60 kilometer koers. En na 2 bochten en 3 kilometer valt de slag.

Ik zie nog net dat Harko Kievit de sprong naar de kopgroep maakt. Die was niet zo goed in Annen en gaat er vandaag dus met de winst vandoor. Een bonenstaak van CSG gooit het gas open, een soignée renner uit het westen voert het tempo verder op. Verder ik zie twee meter tijdrijder Gerben Oldenkamp, ik meen Bas Bosma te herkennen en godbetert Pim van den Berg. Een nieuw jaar, maar het is allemaal weer hetzelfde.

Het groepje gaat natuurlijk niet terug gepakt worden, dus de rest van de koers concentreer ik me op het ontwijken van de wind en van de modder. Dat lukt allebei heel slecht. Na zestig kilometer waaieren, vloeken, tieren en volop genieten, rijd ik terug naar de permenance. We hebben volop gekoerst. Ik heb zere benen. En ik heb een onbeduidende uitslag gereden. Maar tsjonge jonge, wat een gave koers. Bij m’n auto besluit ik niet te douchen, maar me ter plekke om te kleden, en zo snel mogelijk naar huis te rijden. En hoe dat avontuurtje is gegaan, weten jullie allemaal al.

Oh ja: chapeau WSV Emmen – wat een fantastische organisatie!

3 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.