15 maart 2020 De onderbuik ICW Middelstum, een droomkoers Ik schuif de gordijnen op en kan een lichte glimlach niet onderdrukken. Een strakblauwe lucht, vogeltjes fluiten en bomen dansen in de wind. Vandaag is het dan zover, de dag die elke duurrit in de regen de afgelopen periode zinvol maakt. Die al het Zwift-zweet weet te rechtvaardigen. Vandaag ga ik koersen in Middelstum. Sterker nog, ik ga gewoon winnen. Ik voel het wanneer ik aan het ontbijten ben, ik voel het wanneer ik mijn nieuwe, hoge en witte sokken (speciaal voor vandaag gekocht) aantrek. Ik zie het aan m’n fiets, getooid met een vers stuurlintje en nieuwe bandjes. Blinkend staart hij mee aan, alsof hij wil zeggen: ‘vandaag maken we iedereen kapot jongen.’ Zoals ’t hoort ga ik op de fiets naar Middelstum. Het is meteen een goede warming-up. Al heb ik die niet nodig, want ik ga hoe dan ook winnen vandaag. Het voorjaar hangt in de lucht, bedenk ik me wanneer ik door de weilanden ergens achter Bedum fiets. Ik snuif de lucht van de ontluikende lente op en voor ik het weet nader ik de Pompsterweg in Fraamklap. Waarom heet deze wedstrijd eigenlijk niet ICW Fraamklap? Het geroezemoes van enkele tientallen, traditioneel luidruchtige, wielrenners doet me uit m’n dagdromerij ontwaken. Veel Cyclesport, Tandje Hoger heeft weer een blik nieuwe studenten opengetrokken, Harko Kievit is sportklasserenner geworden en bij Gaul! hebben ze hun strohoedje ingeruild voor een baard. Maar voor de rest is alles als vorig jaar. Op één ding na. Ik ben niet zenuwachtig. Ik voel me onoverwinnelijk. Dat gevoel ebt enigszins weg wanneer het startschot geklonken heeft. Het is meteen volle bak om in de eerste waaier te komen (en te blijven!), maar het lukt. Ik kijk om me heen. Een paar CSG’ers, een verdwaalde triatleet of iets in die richting, twee TH’ers, Hekman en Harko. Een mooi groepje en dat blijkt. De samenwerking verloopt soepel en gedurende de koers rijden we alleen maar verder weg van de meute. Het gaat tussen ons en ik wik en weeg m’n kansen. Alles op de slotronde. Ik ga vol aan en zoals ik had verwacht kijkt iedereen naar Harko. Hij doet niets, is het dan echt zo dat hij amper getraind heeft afgelopen winter? In de laatste bocht staat Ronald Heringa in een fluorescerend jasje en met een vlag in de handen. Hij schreeuwt me vooruit. Ik gooi m’n handen omhoog en schreeuw ik het uit. Wanneer ik naar rechts kijk, maak ik oogcontact met m’n vriendin. Ik kijk haar triomfantelijk aan. Mijn triomfantelijke blik wordt beantwoord door een blik vol verwondering en slaperigheid. “Gaat het wel goed met je?” “Sorry lieverd,” antwoord ik. “Ik had een gekke droom. Draai je nog maar even om, we kunnen uitslapen vandaag.” Door
3 reacties Jan Hekman Geplaatst op20:46 - 15 maart 2020 Dit is een gaaf verhaal….. eindelijk eens een keer geen fictie….. maar gewoon werkelijkheid…. jammer van het eind…. ik had liever gelezen…. “Gaat het wel goed met je?” “Sorry lieverd,” antwoord ik. “Ik had een gekke droom”. Naakt ging ze op me zitten…. heb mijn hartslag nog zeker tot 5 x toe over 200bpm gejaagd…. we hebben een prachtige ochtend gehad en mijn vriendin heeft mij gehuldigd als een waar kampioen…. Beantwoorden Ik Heuvelman Geplaatst op20:08 - 26 maart 2020 Test Beantwoorden Test Geplaatst op09:29 - 29 maart 2020 Tes Beantwoorden
Laat een antwoord achter aan Test Reactie annuleren Mijn naam, e-mail en site bewaren in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats. Δ Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.