Het OFK te Goënga

Het Open Fries Kampioenschap voor amateurrenners wordt georganiseerd door WV Snits. Geen idee hoe lang dat al zo is, maar het is zo, en dat is goed. Hoe prestigieus de titel “Open Fries Kampioen” is hangt af van hoe cool je bent, denk ik. Doorgewinterde wielrenners grijnzen een keer en halen hun schouders op, ongemakkelijk poserend in de speciaal ontworpen trui. Minder doorgewinterde wielrenners doen dat natuurlijk ook, want onverschillig en cool doen is wel een beetje de basishouding van de wedstrijdrenner. Maar bij die laatste categorie krijgt dat shirtje tóch een plekje in de Tacxkamer. Wordt ‘ie (zogenaamd grappig bedoeld) tóch een keer gedragen op een ritje met vrienden. Wordt de titel tóch even aangehaald op een verjaardag met niet-wielrenners. “Ik ben toevallig wel mooi Fries Kampioen, hahahaha. Ja, Ópen Fries Kampioen hè, hahahaha. Maar toch! Hahahaha.” .
Nou goed. Allemaal leuk en wel, maar niet-doorgewinterde wielrenners winnen de titel Open Fries Kampioen natuurlijk niet. Zeker niet in Goënga, de plaats waar dit de laatste paar jaar allemaal plaats vindt. Dit charmante dorpje onder de rook van Sneek was jarenlang de woonplaats van de even charmante Nynke de Jong (bekend van “Vrouw en Fiets” en allerlei andere dingen) en ligt middenin de weilanden. Dat houdt in dat als het niet waait er een hele goede sprinter wint, en als het wel waait alles gelijk aan bonken is en er supersterke renner uit een kopgroep wint.
Aangezien het op de wedstrijddag met windkracht 385 waait is het van tevoren al wel duidelijk dat we aan de bak mogen en er dus een kopgroep ontstaat. De wind is slechts 1 van de vele beproevingen die dag, want de WV Snits heeft:
- de inschrijving verplaatst van het dorpshuis naar de kaatsvereniging. De inschrijving was al-tijd in het dorpshuis. Het dorpshuis is natuurlijk wel open, want waarom zou je ‘m op slot doen. Love it. De lokale bakker die de voorraden staat aan te vullen weet dat de inschrijving bij de kaatsvereniging is. De hele parkeerplaats vol wielrenners zag me naar het dorpshuis lopen, maar er is natuurlijk niemand die even roept.
- de parkeerplaats bij de kaatsvereniging heeft een glasbak, maar er ligt meer glas vóór de glasbak dan er in. Dat zorgt voor paniekerige bandenwissels vlak voor de start, want er rijden zeker 3 mensen lek voordat de wedstrijd ook maar begonnen is.
- de speldjes van de rugnummers zijn gemaakt van peperkoek. Een keer kwaad kijken en ze vouwen zichzelf in een onbruikbare vorm.
Voor de rest is het top, natuurlijk. Lieve mensen achter de inschrijftafel en aan het parcours. De hele dag regen, maar sinds een uurtje is het droog en de zon schijnt keihard. Het parcours is nog steeds geweldig, met een hotseknotserig stukje door het dorp, een smalle passage tussen twee sloten, een lekkere slingerweg en een brede finishstraat. En dat allemaal op een rondje van krap 3 kilometer. Echt fucking fantastisch.
Vlak na de start blijkt dat achteraan staan niet handig is. Dat weet iedereen, maar we kunnen niet allemaal vooraan staan. Terwijl de eerste renners in de verte de bocht om gaan worstelen de laatststen zich nog door het dorpje en het is dus gelijk een slagveld, maar dan op een minder erge manier dan in Gaza en Oekraïne en wat andere vergeten conflicten wereldwijd. Hier moeten we gewoon heel, heel hard fietsen, dan komt het wel weer goed. Met veel geploeter, gevloek en gestamp worstelt een klein groepje zich nog naar de kop en na een ronde of 3 a 4 ligt de koers al bijna in de plooi. Nog maar een ronde of 20 te gaan, waarin het de hele tijd verschrikkelijk opletten is. In de kopgroep werken we best goed samen, maar Wieger van der Wier snokt ons de hele tijd op de kant op de stukken waar het kan. Supersterk van ‘m, ook een hele goede manier om ons te slopen, maar wat kán je een hekel krijgen aan iemand in koers, jemig. In de finale rijden Wieger en Heini Koorenberg samen weg en wint Wieger de sprint. Terecht, want hij was verreweg de sterkste in de kopgroep.
Na de streep zijn er nog wat stevige “ho ho ho!”’s nodig van de verkeersregelaars in de eerste bocht om te voorkomen dat een nog een mini-knokpartijtje uitbreekt over de sprint om de derde plaats. Emoties, emoties. Langzaam dalen de indrukken van de afgelopen anderhalf uur in. Er gaan geruchten over wat renners die in een sloot zijn verdwenen. Harko wist dat even later te voorkomen, maar heeft door z’n stuurcorrectie wel z’n plaatsje in de kopgroep moeten opgeven. Dennis Steverink was wel naar Goënga gereden, maar had behalve z’n fiets en een goed humeur niets bij zich dat met wielrennen te maken had. Kortom: er zijn een hoop wielerdromen uiteen gespat, maar dat is eigenlijk altijd zo.
In een poging de lokale kaatsvereniging te steunen met de aankoop van een koek of Snicker blijkt dat het kaatsseizoen nog niet begonnen is. Er is wel frisdrank, en als ik écht honger heb wil de dame achter de bar wel even naar huis lopen en een stuk koek voor me afsnijden. Vanaf dat moment kan de dag echt niet meer stuk en is de rit naar huis in de avondzon één groot feest. De WV Snits is een parel voor de wielersport.