De onderbuik

Open Gronings Kampioenschap

Een draaimolen. Het is ongelofelijk waarom kinderen daar in willen zitten. Ze klimmen op een paard, klauteren in een auto, of springen in een vliegtuig. Zwaaien naar pappa en/of mamma. En vervolgens gaat het ding draaien. Net een klein beetje te snel om er weer uit te springen, te langzaam om het echt spannend te maken. U snapt het al: de Buik was bij het OGK.

70 rondjes Corpus is eigenlijk al een serieuze medaille of bierprijs waard. Met bijna geen wind, helemaal geen regen en wel een lekker zonnetje wordt het er niet beter op. Ja, er waren dappere dodo’s die probeerden te ontsnappen. Bertje Smilda (broer van Berend) probeerde in iedere kopgroep te zitten. Net als Willemsen, Thomson, Boelens, Zaal, Verhoeven en de rest van het Kannibaalgespuis. Alles om maar niet in de chasse terecht te komen. En chapeau, we hebben geen Kannibaal zien achtervolgen, dus de tactiek werkte.

Maar de speldenprikken van het oranje-gevaar konden voor weinig vertier zorgen. De molen draaide en draaide en draaide maar heel langzaam. Na 20 ronden gooiden de profs wat olie op het vuur. Patrick van der Duin ging als een malle achtervolgen, Martijn Keizer liet even zien wat het verschil is met de World Tour. Groot. Maar dat wisten we al en echt spannend werd het niet.

Op de draaimolen zit je soms op een paard dat op en neer gaat. Zo moet Bart VDW zich hebben gevoeld. Maar stramme poten van een heroïsche deelname aan De Slag, voorkwamen niet dat hij met lek langs de kant stond. Hij kreeg een paar rondjes vergoeding. Niet zoveel als Luuk van der Meer vorig jaar, maar dat komt omdat Luuk natuurlijk uitzonderlijk lekker is. En de molen draaide verder.

Naast de draaimolen staan altijd ouders obligaat te roepen naar hun kinderen. Bij de koers is dat vaak andersom, maar het principe is hetzelfde. Overigens liep er ook steeds een bijna bejaarde ouderpaar over de baan. Dat keurig hun kroost aanmoedigde, steeds netjes vanuit het gras. Bij een koersje vallen die niet echt op, maar bij 70 rondjes wielerbaan wekken ze na een tijdje lichte irritatie. Zeker als je steeds aan een draaimolen zit te denken.

De dames deden weer manmoedig mee. Ze hadden een heuse tussensprint en reden af en toe op kop. Treurig werd het toen dan toch een slagje viel, iedere renner die wat voorstelde naar voren snelde en de rest met de dames achterbleef. Gelukkig waren er toen nog maar 30 ronden de rijden, dus we waren al net over de helft. Bij een draaimolen het moment dat de eerste kinderen misselijk worden, op Corpus worden de eerste renners dat.

De rest van de koers is snel verteld. De kopgroep bleef vooruit, pakte een ronde, het peloton sprintte af (er stond natuurlijk een 27e plek op het spel), met de dames in hun gelederen. Verhoeven ontsnapte met Moorlag. En er zaten maar 15 kannibalen achter, dus Verhoeven deed al het werk en liet zich erop leggen in de sprint. Van der Duin wist dapper een derde plek te pakken. En het is altijd fijn wanneer de prof niet wint. Toch?

Aan het einde van de rit stopt de draaimolen en sprint iedere ouder naar het bijbehorende kind. Dat hadden wij ook graag gewild, maar wij moesten het doen met een blikje cola, de constatering dat Hekman (gelost uit de kopgroep, naar het schijnt) na De Slag geen superbenen had, en het feit dat Akkerman met nummer 100 rond reed. Da’s toch 10x slechter dan een dropkoersje.

En dit brengt ons bij het punt: het is toch godverdegodver niet te geloven dat “Groningen Fietsstad” geen enkele echte koers kent, op geen enkel amateurniveau? Het fucking Open Gronings Kampioenschap moet op de wielerbaan verreden worden. Geen criterium, geen klassieker start op de Grote Markt, geen omloopje over de ring, geen tijdrit op de Diepenring, geen cross over de Kardingebult, geen waterfietswedstrijd door de grachten. Alleen maar rondjes draaien in de draaimolen die Corpus heet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.